Satelliet waakt over oogst

Ian en Mwanaisha hebben in de middag afgesproken met Marije Tanis. Marije werkt voor ICS Nederland en is momenteel een week in Kenia om Geodatics officieel te lanceren. Geodatics is een gloednieuwe sociale onderneming van ICS en partners Agrics, Biomass Research, Manobi en Universiteit Wageningen. Geodatics gaat boeren in Oost-Afrika gedetailleerd adviseren over hun stuk landbouwgrond om hun oogst te verbeteren.

“Hebben jullie weleens van satellieten gehoord?”, vraagt Marije aan het tweetal. Er zijn honderden satellieten die in een baan om de aarde draaien en ons zo dagelijks voorzien van allerlei informatie. Ze maken mobiele telefonie en GPS mogelijk maar verzamelen ook belangrijke data over bijvoorbeeld het weer en klimaat en veranderingen in het landschap. “Maar wat hebben boeren daar dan precies aan?”, vraagt Mwanaisha zich af. Marije: “Een heleboel!”

Marije: “Via Agrics, een van onze andere sociale ondernemingen, kunnen boeren in Kenia en Tanzania agrarische producten zoals gecertificeerde zaden en mest aanschaffen op krediet. Betere zaden leveren een grotere oogst, maar er zijn natuurlijk nog meer factoren die bepalen of je oogst slaagt of niet.”

Elk stuk grond is uniek. Behalve de gebruikte zaden en mest en de manier van bewerken is ook de bodem van grote invloed en de ligging van het stuk land. Marije: “Wat Geodatics gaat doen is informatie uit verschillende bronnen samenbrengen. Allereerst worden deelnemende boeren geïnterviewd: over welke zaden en kunstmest ze gebruiken, of ze vee hebben en hoe ze hun land bewerken. Vervolgens wordt op verschillende plekken bodemonderzoek gedaan om te bepalen wat voor grond het is, welke stoffen voldoende aanwezig zijn en aan welke het ontbreekt. Satellietgegevens houden vervolgens precies het verloop van de groei bij. Elke vier dagen maakt een satelliet foto’s van het landschap. Zo kun je tijdens het seizoen de oogst gedetailleerd volgen in het groeiproces.”

“Hoe ziet dat advies er in de praktijk dan uit?”, wil Ian weten. “Aan het begin van het seizoen krijgt de boer een uitgebreid advies”, gaat Marije verder. “ Zo kan het zijn dat maisboer X uit het noordelijk deel van het dorp, met een stukje grond op een helling, een paar koeien en een groot gezin dat afhankelijk is van de oogst, een heel ander advies krijgt dan een maisboer uit het zuidelijk deel van het dorp, waar de grond anders is, die geen vee heeft en er financieel wat gunstiger voor staat. Halverwege het seizoen krijgen de boeren opnieuw advies om de aanpak bij te stellen als dat nodig is.“

“We zijn nog maar net van start gegaan, maar we hebben grootse plannen”, lacht Marije. “In drie jaar tijd willen we 218.000 boeren zo’n gedetailleerd advies hebben gegeven!”